De Waal Firmin Lambot, geboren op 14 maart 1886 in Florennes, is een fameus klimmer geweest. Hij reed tienmaal de Tour de France en hij ging er prat op, dat hij in die jaren nooit van de fiets was gestapt. Dat was in die tijd zeker bijzonder, want de wegen op de bergen waren toen nog echte geitenpaadjes, waar je amper kon passeren. Firmin Lambot was dus een typische ronderenner en hij speelde in de klassieke wegwedstrijden nooit een hoofdrol.



Vanaf het moment, dat hij in 1908 prof werd tot aan het einde van zijn loopbaan haalde hij amper een ereplaats in een vlakke wedstrijd. Het hele jaar hoorde of zag men niets van Firmin Lambot, maar als de Tour naderde, dan gaf hij een teken van leven. In 1911 reed Lambot voor het eerst de Tour en zijn elfde plaats in het eindklassement viel niet tegen. Voor de oorlog werd hij nog 18e, 4e en 8e en won hij twee etappes.

Na de oorlog kwam hij nog veel beter voor de dag. In 1919 won hij de Tour, nadat favoriet Eugène Christophe met een gebroken vork was uitgeschakeld. Ook in 1922 leek het of de zege Lambot in de schoot werd geworpen, toen Hector Heusghem een uur straftijd kreeg en Lambot voor de tweede keer de Tour won. Firmin Lambot bestreed echter die stelling met hand en tand. "Christophe was al aan het einde van zijn Latijn en had nog lang niet gewonnen en de achterstand op Heusghem was slechts acht minuten en zeker niet onoverbrugbaar. Ook zonder dat toeval had ik een goede kans gemaakt op de eindzege", aldus de Waal, die later verhuisde naar Antwerpen, waar hij jarenlang een rijwielzaak explioteerde.

Acht maal haalde hij de finish in Parijs. Op 19 januari 1964 overleed de tweevoudige Tourwinnaar in Borgerhout.