24 maart 1934. Milano-Sanremo wordt gereden. Giovanni Cazzulani is ontsnapt uit het peloton, een Italiaanse klimmer zo hard als staal. Op de Capo Noli, kan Cazzulani heel wat voorsprong nemen met zijn kompanen, terwijl achterin een groep achtervolgers jaahy op de vluchters van 's morgens. De droom van Cazzulani is alleen aankomen in Sanremo. Ergens tussen Alassio en Laigueglia hield Cazzulani de benen stil omdat de achtervolgers hem op de hielen zaten. Na 260 km dachten ze dat ze de aankomst zagen in Sanremo, maar de Belg Demuysère, ook wel 'la belva' genoemd, reed iets meer dan een minuut van het groepje weg. Cazzulani werd uitgeroepen tot de held van de wedstrijd, de beste uit zijn carrière.
Antonio Giancane

E’ il 24 marzo 1934. Si corre la Milano-Sanremo: in fuga c’è Giovanni Cazzulani, uno scalatore italiano duro come l’acciaio.
A Capo Noli, Cazzulani si avvantaggia sui compagni, mentre dietro il gruppo degli inseguitori si riporta sui quattro superstiti della fuga del mattino. Il sogno di Cazzulani di arrivare tutto solo a Sanremo si infrange sul tratto di strada tra Alassio e Laigueglia perché gli inseguitori si portano su di lui. Si intravede l’arrivo di Sanremo, ma dopo duecentosettanta chilometri pedalati furbescamente a ruota degli altri, il belga Demuysère, soprannominato "la belva", fugge da solo precedendo di poco più di un minuto Cazzulani, che viene acclamato come l’eroe della gara. La migliore della sua vita.
Antonio Giancane