De 24-jarige Nederlander Vincent Van Der Kooij, die in Leidendorp woont, debuteert in 2002 bij de profs bij de tweedeklasser Bankgiroloterij-Batavus. Dat seizoen is een aanpassingsjaar en het is vooral uitkijken naar zijn tweede profjaar.
En in 2003 komt het jaar van de bevestiging. In Kuurne-Brussel-Kuurne die gereden wordt in helse weersomstandigheden is hij mee met de beslissende vlucht. Maar in de finale breekt de kopgroep en hij laat zich verschalken. Hij wordt niettemin toch nog tiende in de wedstrijd en in de uitslag. Maar er komt meer. Op het eind van de maand maart rijdt hij samen met enkele medevluchters een tijdlang op kop in de Brabantse Pijl, een nochtans zeer lastige wedstrijd. Deze ontsnapping levert hem en zijn werkgever de nodige tv-publiciteit op; Een week later herhaalt hij hetzelfde in de Ronde van Vlaanderen, waar hij met een kopgroep lange tijd in de spits van de wedstrijd rijdt. Het duurt tot in de heuvelzone eer hij door het peloton met de favorieten wordt bijgehaald. Weerom heeft hij bakken publiciteit geoogst.
Maar dan slaat het noodlot voor de eerste keer toe. In de maand mei wordt hij op training onderuit gereden door een wagen en is zwaargewond aan de rechterarm. Een zenuw is geraakt en daardoor kan hij de vingers van zijn rechterarm niet meer strekken. Daarnaast loopt hij een hersenschudding op. Niettemin weet hij snel te revalideren en komt hij terug in competitie in het Nederlands kampioenschap in Rotterdam van eind juni, waar zijn ploegmaat Rudi Kemma nationaal kampioen wordt. Maar bij de verdere revalidatie ontdekt hij een bult in de rechteroksel. Onderzoek wijst uit dat hij lijdt aan de ziekte van ziekte van Hodgkin ofte lymfklierkanker. Sedertdien volgt hij kuren van chemotherapie om de kanker te lijf te gaan.
Vincent laat weten:
"Momenteel zal ik een zware periode tegemoet gaan maar dat wil niet zeggen dat mijn carrière ten einde is. Mocht ik na afloop van de behandelingen voor 100% genezen verklaard zijn dan zal ik er alles aan doen om mijn weg in het profpeloton weer terug te vinden."
Bron: Het Nieuwsblad, Vincent van der Kooij